Als er één woord is dat regelmatig in mij opkwam tijdens het lezen van het boek, is het wel “waanzin”. In de negatieve zin van het woord. Dit boek is stof tot nadenken als je weer eens klaagt over ons apenland, want wat mogen we dankbaar zijn dat we überhaupt in dit apenland mogen leven…

Vier seizoenen in Damascus | Fernande van Tets | 2020 | Thomas Rap | 367 pagina’s
Korte inhoud
In maart 2018, als de oorlog in Syrië zijn achtste jaar ingaat, verhuist Fernande van Tets naar Damascus. Terwijl om haar heen het Syrische leger de laatste opstandige gebieden door middel van uithongering en bombardementen tot overgave dwingt, leeft zij als communicatiemedewerker voor de Verenigde Naties in de weelde van het Four Seasons Hotel, met de geheime dienst in de lobby. Tijdens het zogeheten ‘jaar van de overwinning’ ziet ze wat die overwinning gekost heeft: een land in puin en een bevolking op drift. Ze praat met Syriërs over hoe zij de toekomst zien – over de angst om te verdwijnen in een Syrische gevangenis en het vinden van een geschikte partner nu zoveel mensen dood of gevlucht zijn. Syrië stuurt aan op de terugkeer van vluchtelingen uit het buitenland, en ook in Nederland vinden we dat het tijd is voor de Syriërs om naar huis te gaan. Maat wat is er voor hen nog om naar terug te keren? Fernande van Tets schetst een indrukwekkend en huiveringwekkend beeld van een land waar het leven niet vanzelfsprekend is.
Over de auteur
Fernande van Tets (1985) studeerde Arabisch en politicologie en verhuisde in 2011 naar Beiroet. Ze werkte als freelancejournalist voor onder meer Trouw, De Groene Amsterdammer, The Independent en de televisiezender France 24. Van 2018 tot 2019 woonde en werkte ze een jaar in het Syrische Damascus als communicatiemedewerker voor UNRWA, de hulporganisatie van de VN voor Palestijnse vluchtelingen.
Mijn mening
Eindelijk! Door haar kersverse job bij de Verenigde Naties kan Fernande van Tets eindelijk Syrië binnen. Het Syrië waar sinds 2011 een bloedige burgeroorlog heerst en waar het regime alle touwtjes in handen wenst te houden. Zo ook het touwtje “visum”, want Syrië is een gevangenis op zich. Je komt er niet zomaar in en als je de Syrische nationaliteit hebt raak je er niet zomaar meer buiten.
Tijdens haar jaar als VN-medewerker probeert ze zoveel mogelijk hulp te bieden aan de burgers, maar stoot ze op heel wat bureaucratie en regeltjes van het regime. Zelfs de zogezegd onpartijdige VN moet naar de pijpen dansen van het regime, anders is er van hulpverlening geen sprake.
Het regime bepaalt wie er binnenkomt. Het regime bepaalt welke informatie er buiten gaat. Wij krijgen in het Westen maar een fractie te horen en te zien van wat het regime allemaal op haar kerfstok heeft.
Ik wist dat de situatie in Syrië erg is, maar toch heb ik door het lezen van dit boek een heel andere kijk gekregen op de situatie. Het woord “waanzin” treft het goed samen.
Het boek beschrijft het jaar 2018 en het begin van 2019. We zijn nu meer dan 10 jaar verder na het begin van de oorlog en niets wijst erop dat het snel voorbij zal. Syrië ligt in puin en zal nog lang in puin blijven liggen.
Fernande van Tets zal door het schrijven van dit boek nooit meer in Syrië mogen komen, of toch zolang het huidige regime aan de macht is. Toch is het ook goed dat deze informatie naar buiten komt en niet enkel de rooskleurige informatie die het regime naar buiten brengt.
En ik ben enorm dankbaar dat mijn familie en ik in België leven. Het is af en toe een apenland, maar dan liever dit apenland dan zo’n land als Syrië…