Enkele maanden geleden las ik het eerste dagboek van Hendrik Groen. Ik heb werkelijk genoten van dit boek. Bij mijn volgende bezoek aan de bib was ik snel te vinden bij de letter G om het tweede en het derde deel te lenen. Ondertussen heb ik het tweede deel uitgelezen. Hier lees je wat ik ervan vond. 🙂

Zolang er leven is | Hendrik Groen | 2016 | Meulenhoff | 375 pagina’s
Korte inhoud
We leerden Hendrik Groen kennen door zijn dagboek Pogingen iets van het leven te maken. Samen met zijn vriend Evert en de andere leden van de Oud-maar-niet-dood-club probeert Hendrik zijn laatste levensjaren in een verzorgingshuis in Amsterdam-Noord zo aangenaam mogelijk te maken.
Van tijd tot tijd valt het Hendrik zwaar om de moed erin te houden. Gelukkig heeft hij de pen weer opgepakt. Met de hem zo kenmerkende charmante humor neemt hij de medebewoners, de directie, zijn vrienden en de ouderdom in het algemeen op de korrel, waarbij hij zichzelf zeker niet spaart.
Over de auteur
Hendrik Groen publiceerde zijn eerste dagboek in 2014. Het succes van Pogingen iets van het leven te maken – er is een heuse Hendrik Groen-fanclub, de vertaalrechten zijn verkocht aan meer dan 25 landen, er is een tv-serie – en de vele enthousiaste reacties van lezers, hebben hem geïnspireerd tot schrijven van een vervolg.
Mijn mening
Na een sabbatjaartje start Hendrik Groen aan een nieuw dagboek. Hij woont nog steeds in een verzorgingshuis in Amsterdam-Noord en is nog steeds lid van de Omanido-club, afkorting van Oud-maar-niet-dood-club. De bezetting is een beetje veranderd, maar daarom niet minder plezant. De Omanido-club maakt nog altijd fijne uitstapjes en geniet ten volle van het leven. Het kan zomaar gedaan zijn en dat ondervinden ze in 2015 aan de levenden lijve wanneer een Omanido-lid ernstig ziek en terminaal is.
De Omanido-club is ook een vlucht naar positiviteit, want binnen het verzorgingshuis is het soms afzien voor de leden. Enerzijds kunnen medebewoners het bloed onder hun nagels vandaan halen, anderzijds is er de angst voor sluiting van het verzorgingshuis door bezuinigingen. Om toch wat leven in de brouwerij te brengen, zorgt de club ervoor dat er een nieuwe bewonerscommissie is. Maar directrice mevrouw Stelwagen werkt niet altijd mee…
Het dagboek beschrijft het jaar 2015. Ik las het dus 6 jaar later. 2015 was het jaar dat ik afstudeerde en aan mijn allereerste job begon. Dit is niet zo heel wereldschokkends. 2015 was ook het jaar van de aanslagen in o.a. Frankrijk. Goed dat we daar door het lezen van dit boek weer even aan herinnerd worden.
Ik ben een hoofdstuk-tot-hoofdstuklezer. In het geval van de dagboeken van Hendrik Groen is dat dus maand-tot-maandlezer. Ik las maand per maand het boek uit.
Ook dit dagboek is met een vlotte pen geschreven. We konden weer genieten van de humor van Hendrik Groen. Ironie, cynisme, sarcasme, … ik kan het nooit goed uit elkaar houden, maar ik vind het heerlijk om te lezen.
Wat mij ook opvalt is de immense beleefdheid tegenover elkaar. Is dit iets typisch Nederlands? De bewoners worden door het zorgpersoneel altijd aangesproken met mevrouw/meneer + achternaam. Net als de bewoners elkaar aanspreken met mevrouw/meneer + achternaam, tenzij ze goed bevriend zijn (zoals de leden van de Omanido-club elkaar aanspreken met de voornaam). Ik kan mij niet herinneren dat het zorgpersoneel mijn grootmoeder zaliger aansprak met mevrouw + achternaam. Nee, ze werd gewoon bij haar voornaam genoemd.
De dagboeken zijn ook verfilmd. Ik heb echter niet de neiging om ze te gaan bekijken. Laat mij zelf maar het decor schetsen. Dat lukt aardig goed met de beschrijvingen van Hendrik Groen.
Ik vond het weer een fijn boek om te lezen. Op naar het derde deel, Opgewekt naar de eindstreep, dat al is verschenen en hier klaarligt om gelezen te worden.
Lees hier de recensie van Pogingen iets van het leven te maken.