Deze maand is het vijf jaar geleden dat ik mijn bachelordiploma in ontvangst mocht nemen. Naar aanloop van dit jubileum blik ik terug op mijn schooltijd. Vorige week blikte ik terug op de lagere school. Na de lagere school volgt uiteraard de middelbare school.
In ons dorp zijn er twee middelbare scholen. Verbazend veel als je weet dat we in een “boerengat” tussen twee steden liggen. De ene school is het katholiek onderwijs, de andere school is het gemeentelijk technisch onderwijs. Deze laatste school heeft echt technische studierichtingen (zoals automechanica, elektriciteit, houtbewerking,…). Het aantal meisjes waren dan ook op enkele handen te tellen. Als je anno 2020 nog van een jongensschool spreekt, wel, dat is zo’n school. De schoolpopulatie is voornamelijk mannelijk. 😉
Goed, ik ging naar de katholieke school. Lekker dicht bij huis, op zo’n 5 minuten fietsen. In de lagere school kreeg ik al het advies om naar het TSO (Technisch Secundair Onderwijs) te gaan. Met het motto “Afzakken kun je altijd” ben ik een niveautje hoger gestart, het ASO (Algemeen Secundair onderwijs). De eerste twee jaren was de leerstof nog algemeen. Ik behaalde behoorlijke punten, maar een uitblinker was ik zeker niet. Een uitblinker in mezelf onzichtbaar maken, dat misschien wel. 😉 Ik was de stille, zwijgzame leerling. Op het einde van het tweede jaar kreeg ik als studieadvies STW (Sociaal Technische Wetenschappen), dat is dus een TSO-richting.
Alleen… ik had in mijn hoofd om Economie-Moderne Talen (ASO) te gaan studeren en die STW was in een andere school. Van school veranderen zag ik ook niet meteen zitten. Als ik had geweten, wat ik nu weet… ik zou toch wat beter nagedacht hebben als 14-jarige en toch voor STW gegaan zijn.
Ik ging dus op die eerste dag in het derde jaar secundair door dezelfde schoolpoort naar binnen met mezelf op de klassenlijst van Economie-Moderne Talen. Ik was en ben nog altijd koppig, maar vaak bleek achteraf dat de leerkrachten toch wel gelijk hadden. Het was echt spartelen, die twee jaren in de tweede graad. Het ging allemaal mijn petje te boven. Het was punten bijeensprokkelen en hopen boven die 50 procent te raken. Vooral wiskunde en wetenschappen (fysica, chemie) hebben mij kopzorgen bezorgd. De economie (een hoofdvak dus!) was veel te abstract voor mijn brein en ja, over die talen zwijgen we maar in alle talen. Ik kreeg wel het etiket van doorzetter op mijn hoofd gekleefd. Ik heb op het einde van het vierde jaar mijn A-attest (m.a.w. ik had geen enkel onvoldoende) behaald, maar nu was het toch wel duidelijk dat ik zou moeten afzakken.
Afzakken dus… Geen haar op mijn hoofd dacht eraan om naar een andere school te gaan. Ik had in die tijd maar één keuze. Lekker gemakkelijk, geen keuzestress. Op 1 september 2008 stond ik dus op de klassenlijst van Handel. Gelukkig kende ik al heel wat mensen uit die klas en ging de overgang heel vlot. Tijdens de zomervakantie moest ik wel een inhaalbeweging Boekhouden doen, maar dat ging ook redelijk vlot. Boekhouden is praktisch, economie is abstract. Is het duidelijk dat ik eerder voor praktisch dan voor abstract ben? 😉
Deze twee jaren in het TSO waren mijn beste jaren in het secundair. Hier was ik het gelukkigst. Ik ben dan ook in juni 2010 afgestudeerd in de richting Handel.
Ondertussen heeft er een directeurswissel plaatsgevonden en ineens ook een nieuwe wind gewaaid doorheen de school. Er zijn nieuwe studierichtingen bijgekomen en het totaalplaatje is wat gemoderniseerd.
Persoonlijk heb ik geen klachten over de school. Natuurlijk zijn er altijd leerkrachten die je beter liggen, net zoals er leerkrachten zijn die je soms achter het behang wilt plakken. Dat is in elke school en elke studierichting zo. Ik vind dat ik goed begeleid ben (ook op persoonlijk vlak) en een goede basis heb meegekregen.
Nog enkele herinneringen:
- Onze school was (nu weet ik het niet) een low budget-school. Geen Italië-reis voor ons in het zesde jaar of een meerdaagse in één of andere buitenlandse stad (Londen, Parijs, Berlijn, …). In de eerste graad gingen we op tweedaagse in onze buurt (al dan niet per fiets), in de tweede graad gingen we op tweedaagse in respectievelijk Brugge en Doornik (met de trein), in het vijfde jaar was het weer een tweedaagse in de buurt om dan eindelijk iets te doen waar iedereen zes (!) jaar naar uitkeek: een roadtrip (lees: bustrip) doorheen het noorden van Frankrijk. Heb ik iets gemist? Nee hoor, ik vond het eigenlijk wel goed zo.
- In de tweede graad ben ik gepest geweest. De schooldirectie heeft heel kordaat ingegrepen en het pesten is redelijk snel gestopt. Een deuk in mijn zelfvertrouwen en een eeuwige kwaadheid op de pesters is wat me nu nog rest. Pesten is niet oké!
- In het eerste jaar waren mijn punten geschiedenis niet zo goed. In het tweede jaar schoten ze de hoogte in. De geschiedenisleerkracht van dat tweede jaar was dan ook een leerkracht die vol passie over de geschiedenis vertelde, waardoor iedereen aan haar lippen hing. In de jaren nadien waren mijn punten terug wat lager.
- In het tweede jaar ben ik voor het eerst meer dan een week van huis geweest. Ik, het meisje dat al heimwee had als ze een weekendje bij haar grootouders moest gaan logeren, ging een week weg! Tijdens de krokusvakantie zijn we gaan skiën in Wagrain (Oostenrijk) (Dit is trouwens een niet-verplichte uitstap.). Ik was doodsbang op die latten en was het voorzichtige haasje dat de berg afgleed. Zoveel jaren later heb ik nog maar één keer op ski’s gestaan (om dan nog te gaan langlaufen in de Ardennen), maar ik hoop ooit weer in een skigebied te komen en zonder angst van een berg te kunnen glijden.
- Enkele weken na die skivakantie waren het de paasexamens. Alleen heb ik het begin van die examens nooit meegemaakt… Ik was toen zo ziek (griep waarschijnlijk) dat ik zelfs geen moment recht kon zitten. Ook al probeerde ik achter mijn boeken te kruipen, ik had snel door dat dit niet ging. Tijdens de deliberatiedagen waren het ook de inhaaldagen voor leerlingen die de examens gemist hadden. Ik kon tijdens deze dagen nog enkele examens inhalen, maar enkele examens moesten verplaatst worden naar na de paasvakantie.
- Mijn lievelingsvakken waren Nederlands en Aardrijkskunde. 🙂
Al bij al heb ik een aangename middelbare schooltijd gehad. Ik heb er mooie herinneringen gemaakt, maar ook minder mooie herinneringen. Je groeit verder op, denkt dat je de hele wereld aankan, maar uiteindelijk blijk je toch nog het kleine kindje van jouw ouders te zijn…

Lees ook Groeten uit 2004 (12 jaar) en Groeten uit 2010 (18 jaar), waarbij mijn middelbare schooltijd ook eventjes aan bod komt.