Ik trek mijn etenswarenschuif op het werk weer open. Een schuif waar thee, koffiecapsules voor het Nespressomachine, instantsoepjes en koeken verborgen zitten. Ik heb zin in chocolade. Meteen schiet er een idee voor mijn blog in mijn hoofd. Kim, het chocolademeisje.
Want ja, chocolade… vind ik heerlijk! Het liefst melkchocolade. Witte chocolade en het lichtste puur (niet noir de noir dus) lust ik ook wel.
Ik eet chocolade in alle vormen en maten. Een blokje van een chocoladereep, een chocoladesnoepje à la Merci, mignonnettes van Côte d’Or, pralines, of gewoon chocolade op een koek. De chocolade trekt me gewoon aan en ik kan er niet vanaf blijven.
De kans dat ik na het avondeten nog een stukje chocolade neem, is heel groot. Of nee, zeg maar na het eten, want het maakt niet uit of het nu ’s morgens, ’s middags of ’s avonds is. Alleen is het wel meestal ’s avonds.
Mag ik de schuld geven aan mijn genen? Mijn grootvader zaliger was blijkbaar ook een chocoladeliefhebber en moest na het eten ook zijn stukje chocolade hebben. Ze lachen er thuis ook mee. “Ze heeft het van geen vreemden,” hoor ik dan. 🙂
Ik moet wel zeggen: ik neem een STUKJE chocolade. Ik werk geen hele reep naar binnen. Ik wil namelijk mij niet ziek eten in chocolade. Ik wil genieten van deze lekkernij.