Zeg stroopwafel en ik denk meteen aan Nederland. Laat de auteur van dit boek ook uit Nederland komen. Het creatieve brein van Astrid Harrewijn toverde namelijk een stroopwafelshop in een criminele wijk uitgebaat door een echte Hollandse uit haar hoed en dit resulteerde in dit verhaal. Wat ik van dit boek vond, lees je hier. 🙂

De stroopwafelshop | Astrid Harrewijn | 2020 | Boekerij | 285 pagina’s
Korte inhoud
De ouders, vriend en beste vriendin van Suze nemen het haar niet in dank af als ze spontaan ja zegt tegen een uitdaging om samen met twee vrienden uit haar studententijd mee te doen aan een wedstrijd: wie weet in één jaar de meeste winst te maken met een koffietentje waar de stroopwafels vers worden gebakken? De hoofdprijs is honderdduizend euro, de verliezers zijn slechts een ervaring rijker. Suze gaat het in New York proberen, haar vrienden gaan naar respectievelijk Rome en Parijs.
Nog voordat ze in het vliegtuig stapt heeft Suze al spijt van deze ondoordachte actie, en als ze aankomt in het upcoming maar nog behoorlijk criminele Bushwick, Brooklyn, zakt de moed haar al helemaal in de schoenen. Hoe kan ze hier ooit slagen? Gelukkig krijgt ze hulp van vier Mexicanen die haar koffietentje verbouwen, wordt ze gesteund door de kleurrijke buurtbewoners die dagelijks hun kopje koffie drinken aan de bewonerstafel, en vindt ze troost bij haar oppashond. Maar is dat genoeg om de hoofdprijs te winnen?
Mijn mening
Suze heeft haar leven op een rijtje. Ze heeft een job, een vriend waarmee ze verder wil gaan en leuke vrienden. Maar dan krijgt ze het voorstel om aan een wedstrijd mee te doen: een jaar lang een stroopwafelshop uitbaten in een metropool. Zij in New York, haar studievrienden Pim en Jolijn in respectievelijk Parijs en Rome. De winnaar krijgt maar liefst 100 000 euro. Nogal onbezonnen zegt Suze ja, maar als ze in de luchthaven staat, heeft ze al spijt. Toch zet ze door en stapt ze in het vliegtuig richting New York. Het wordt een heel avontuur. Maar wint ze ook de hoofdprijs?
Hoofdstuk na hoofdstuk zat ik verzonken in het verhaal. Wanneer ik verder moest met de dagdagelijkse bezigheden, klapte ik het boek met tegenzin dicht. Dat ik maar snel weer verder kon lezen. En dat is ook zo’n fijn gevoel: je verheugen op het moment dat je terug kunt beginnen lezen. De kriebels in je buik voelen als je het boek in een ooghoek naar jou ziet lonken. Wel, dat noemt men de leesmicrobe, die enkel naar boven komt bij goede boeken. 😉
En voor wie denkt dat de korte inhoud alles al verklapt, zit er naast. Er is iets moois gebeurd waarbij ik het pas zelf door had als het ook werkelijk op papier staat. Astrid Harrewijn geeft subtiele hints mee, maar zet je ineens ook op het verkeerde been. Je zit namelijk zo in het verhaal dat je zelf al begint te denken, voelen, … als Suze. Het zal van de stroopwafels komen… Voor diegenen die het boek al gelezen hebben, weten nu waar ik op doel. De anderen zullen het boek maar moeten lezen. 😉
Ik heb weer ontzettend genoten van dit verhaal. 🙂
Lees hier de recensie van Drie vrienden, één huis (en een klusjesman).