2019 was niet bepaald een positief gezond jaar. In de tweede helft was er uiteraard MS die op mijn pad kwam, maar ook in de eerste helft van 2019 zat ik aan de pijnstillers, ging ik naar de kinesist en mocht ik de fysische geneesheer een bezoekje brengen. Ik had namelijk enorme rug- en nekpijn.
Eerst wil ik nog even duidelijk vermelden dat ik niet weet of er een verband is tussen mijn rugpijn en MS. Al hebben ze toch één gelijke eigenschap…
Het begon eind januari. Ik kreeg enorme rug- en nekpijn. Mijn trapeziusspier zat vast. De trapeziusspier is een grote spier in je nek/rug. Ook had ik lage rugpijn. Ik kon geen minuut blijven zitten. Liggen was de hel. Op vrijdagavond heb ik een last minute een afspraak bij de huisarts ingepland, want deze pijn kon ik niet volhouden.
Aangezien ik bureauwerk doe, dacht de huisarts (collega van mijn normale huisarts in dezelfde praktijk) aan zitgerelateerde rugpijn. Hij schreef me enkele dagen rust voor en een voorschrift van 9 beurten kinesitherapie en de ontstekingsremmer Vimovo.
De week erna kon ik al bij de kinesist terecht. In de acute fase was dit nog 3x/week, nadien 2x/week totdat het aantal beurten op was. Ik was dolblij dat ik naar de kinesist kon. Ik kon namelijk niet zitten of liggen. Als ik dan al ging zitten, was dat een keiharde stoel met een kaarsrechte rug. En dan nog niet voor zo heel lang. Het aantal toertjes dat ik rond de tafel liep kon ik niet meer bijhouden. Ik heb in ieder geval mijn stappen gehaald. 😉
Aangezien ik een nieuw voorschrift nodig had, zat ik twee weken later terug bij de huisarts (mijn normale huisarts). Het enigste wat ik wilde was dat de pijn verdween. Ik had wel het gevoel dat Vimovo hielp, maar dit mag blijkbaar niet al te lang ingenomen worden. Ze schreef deze keer Tramadol voor. Wie Tramadol ooit heeft ingenomen, weet dat dit een stevige pijnstiller is. In combinatie met Voltaren zorgde de Tramadol voor minder pijn, maar ook voor minder eetlust. Mijn bijwerking bij Tramadol is dus de gekende maagproblemen en verminderende eetlust.
Ik kreeg ook extra beurten kinesitherapie. De kinesist maakte gebruik van kinesiotape om mijn houding te verbeteren. Al snel bleek dat ik ook met deze beurten niet toe zou komen.
Ergens in mei zat ik weer bij de huisarts met de gekende klachten. Deze keer schreef ze als pijnstiller Brexine voor en 9 beurten dry needling voor. Mijn kinesist doet niet aan dry needling, dus ik moest op zoek naar een andere kinesist. Met behulp van de dry needling verdween de nekpijn beetje bij beetje.
Ondertussen had ik ook een verwijsbrief voor de fysische geneesheer. Kinesist “dry needling” sprak zelfs de woorden ziekte van Bechterew uit. Uiteraard moest de dees het weer gaan googelen. Oké, er zijn wat overeenkomsten met mijn klachten, maar ik was nog niet helemaal overtuigd.
De fysische geneesheer vermoedde niet meteen een reumatische aandoening, maar voor de zekerheid moest ik een bloedonderzoek en een MRI lumbale wervelzuil laten doen.
Bij het bloedonderzoek kwam uit dat ik ANA positief en ENA negatief ben. Kort door de bocht gezegd: ANA (antinucleair antistoffen) is een test om voornamelijk reumatische aandoeningen op te sporen. Indien dit positief is, wordt er dieper gekeken met ENA (extraheerbare nucleaire antistoffen). Aangezien dit bij mij negatief was, had ik geen reuma. Deze test werd later in het jaar ook uitgevoerd door de neuroloog. Ook deze keer was ANA positief en ENA negatief. Dan vraag ik mij af of er een verband is tussen ANA positief en een auto-immuunziekte (zoals MS dus). Ik weet het niet…
Op de MRI lumbale wervelzuil was er niks speciaals te zien, buiten uitgedroogde wervelschijven en één discus hernia. Voor de fysische geneesheer was dit niet verontrustend. Zijn diagnose was dan ook een musculoskeletale aandoening en hypermobiliteit van mijn gewrichten. Met weer een voorschrift voor de kinesist voor “rugschool” stond ik weer buiten.
Begin augustus stond ik buiten bij de fysische geneesheer, eind augustus was daar de eerste opstoot. Binnenkort lees je de terugblik van dat eerste jaar…