Het geheime dagboek van Hendrik Groen is niet meer zo geheim. Deze bestseller uit 2014 heeft massaal veel lezers gehad en ondertussen zijn er twee vervolgdagboeken verschenen. En alsof dat nog niet genoeg is, deze reeks is ook verfilmd. Ik heb het eerste dagboek gelezen en hier lees je wat ik ervan vond.

Pogingen iets van het leven te maken | Hendrik Groen | 2014 | Meulenhoff | 356 pagina’s
Korte inhoud
Hendrik Groen mag dan oud zijn, hij is nog lang niet dood en niet van plan zich eronder te laten krijgen. Toegegeven: zijn dagelijkse wandelingen worden steeds korter omdat de benen niet meer willen en hij moet regelmatig naar de huisarts. Technisch gesproken is hij bejaard. Maar waarom zou het leven dan alleen nog maar moeten bestaan uit koffiedrinken achter de geraniums en wachten op het einde?
In korte, ogenschijnlijk luchtige, maar vooral openhartige dagboekfragmenten laat Hendrik Groen je een jaar lang meeleven met alle ups en downs van het leven in een verzorgingshuis in Amsterdam-Noord. Op de laatste dag van het jaar zal het nog moeilijk zijn om afscheid te nemen van die charmante personage… (achterflap)
Over de auteur
Hendrik Groen is de pseudoniem van Peter de Smet, een Nederlands schrijver. (Wikipedia)
Mijn mening
Het dagboek beschrijft het jaar 2013. Dit betekent dus dat ik 8 jaar terug in de tijd ben gegaan. Met dagboekfragmenten beschrijft Hendrik Groen op een humoristische manier het wel en wee in een verzorgingshuis in de Nederlandse hoofdstad. Het geklaag over het weer, het gemopper over de besparingen in de zorg, het gezaag over het slechte eten, … Alles komt aan bod. Gelukkig is er ook tijd voor plezier. Wat hebben die bejaarden anders te doen? Nog genoeg, zo blijkt. Hendrik richt de Omanido-club op, de oud-maar-niet-dood-club op, een exclusieve club voor alleen mensen die hetzelfde denken als hem. En dat zijn er niet zo veel… Samen met zijn vrienden maakt hij uitstapjes, verorbert hij heerlijkere maaltijden dan de normale “verzorgingshuiskost”, …
Hendrik Groen heeft een humoristische en vermakelijke schrijfstijl. Ik heb toch vaak moeten grinniken bij bepaalde passages. Ook de emotionele kant beschrijft hij duidelijk, want een onderwerp als alzheimer en dood is niet ver weg in een verzorgingshuis.
Het boek leest ook enorm vlot, maar dat kan ook aan mijn neurotisch kantje liggen. Ik wil altijd iets afgerond hebben. Ik ben een hoofdstuk-tot-hoofdstuk-lezer. Ik kan niet stoppen in de helft van een hoofdstuk. In dit boek kon ik niet stoppen in de helft van de maand. In dit boek was ik dus een maand-tot-maand-lezer. Een maand bedraagt gauw 25 pagina’s, dus ik vloog doorheen het boek.
Achteraan het boek is het eerste hoofdstuk van het tweede boek te lezen. Als proevertje, als voorsmaakje. Ik heb dat niet gelezen, maar ik ben wel van plan om het volgende dagboek ook te lezen. Ik heb al weer iets om naar uit te kijken.